Zescilinders worden steeds zeldzamer. Natuurlijk, ze zullen er altijd blijven, maar bij steeds minder modellen is het een optie. Neem de Infiniti Q70. Voorheen zou deze uitsluitend in deze motorvariant te verkrijgen zijn, met wellicht nog een achtcilinder. Tegenwoordig ligt dat anders. De Q70 is verkrijgbaar met een 2.2d, een dieselmotor uit de stallen van Mercedes-Benz. Een andere optie is de Hybrid, een elektromotor die aan een zescilinder gekoppeld is. Wij reden de diesel, die helaas de twintig procent bijtelling moet ontberen. Gekoppeld aan een zeventrapsautomaat en met een lage basisprijs moet de Jap echter zijn sporen wel kunnen verdienen. Wij zochten het uit tijdens een uitgebreide test.
Weelderig is het juist woord wanneer je het interieur beschouwd. Overal vind je hoogwaardige materialen. De afwerking is van een hoog niveau. De leren voorstoelen zijn zowel verwarmbaar als ventileerbaar. Op een hete zomerse dag is het dus zelden zweten geblazen. Achterin is het ook goed toeven, zowel kinderen als volwassenen hebben genoeg hoofd- en beenruimte. Opvallend is dat vrijwel alle denkbare luxe aanwezig is op dit testmodel. Behalve een elektrisch dakraampje beschikt de Q70 over elektrische stoelverstelling, adaptieve cruise controle met een aantal aanvullende veiligheidssystemen en een behoorlijk goed navigatiesysteem. Laatstgenoemde laat zich bedienen middels een centrale knop op het dashboard. Met 450 liter bagageruimte is de kofferbak aardig ruim, maar niet de ruimste in zijn klasse. Voor de bagage van vier personen die een verre buitenlandse trip gaan maken is het echter ruim voldoende.
Via een start- en stopknop wordt de viercilinder diesel gestart. De typeaanduiding voor deze motor is 2.2d, maar het betreft de 2.1 dieselmotor van Mercedes. Deze levert 170pk. Het valt gelijk op dat het Japanse merk ontzettend veel werk heeft gemaakt van de isolatie in het interieur. Want anders dan in de Q50 is de motor nauwelijks hoorbaar. Dit terwijl deze bekend staat om zijn rumoerige karakter. Buiten de auto is het dan ook alsnog goed hoorbaar dat er een diesel wordt gestart. Bij het accelereren doet hij goed z’n werk. Het schakelen gaat soepel en economisch, tenzij de sportstand wordt ingeschakeld. Op dat moment gaat hij er als een speer vandoor. In 8,9 seconden wordt honderd bereikt en 220 kilometer per uur is uiteindelijk wel mogelijk. Op cruisesnelheden valt ons op dat de omgevingsgeluiden tot een uiterst minimum zijn beperkt. Wat nog meer binnen de perken blijft, is het verbruik. Gemiddeld is 1 op 18 heel goed mogelijk, en wanneer er rustig aan wordt gedaan zelfs 1 op 21. Daarvoor moet echter wel een fluwelen voet worden gehanteerd.
Het onderstel is ontzettend comfortabel. Zo relax zelfs, dat de koets af en toe wat deint. Toch is wagenziekte absoluut niet aan de orde, door de perfecte isolatie heb je nauwelijks door dat je in een auto zit. Op het stuurgedrag is niets aan te merken, datzelfde geldt voor de wendbaarheid van de auto. Tijdens scherpe bochten blijft hij mooi op z’n koers, van overhellen is niet echt sprake. Dat wordt mede dankzij het lage zwaartepunt gerealiseerd. De Infiniti Q70 voelt volwassen aan, rijdt volwassen en heeft een voortreffelijke uitrusting. Natuurlijk hangt daar wel een prijskaartje aan. Een Q70 is er al vanaf iets meer dan 44 duizend euro. De testvariant die wij reden, met alle luxe aan boord is net wat prijziger, maar met 61 mille nog altijd zeker bijna twintigduizend euro voordeliger dan een vergelijkbaar uitgeruste Duitser. Wat betreft zijn kwaliteiten kunnen we in elk geval enthousiast doen. Nu nog meer bekendheid vergaren, en de orders stromen binnen.