Wereldwijd gaat het goed met het Japanse merk Subaru. De verkoopcijfers schieten de laatste jaren omhoog en het eind van die stijging lijkt nog niet in zicht. Anders is dat in ons eigen Nederland. Daar lijkt het nog wel wat lastiger om te vlammen. Ter illustratie: Subaru wist dit jaar tot en met oktober 639 exemplaren aan de man te brengen. Dat zou beter moeten kunnen. Wij zoeken uit of de Outback de nieuwe troef is waar het merk al zo lang naar uitziet.

De Outback is een stoere stationwagen met een robuuste uitstraling. Dat wordt ondermeer veroorzaakt door de robuuste sideskirts en het opgeruigde front met twee grote, ronde mistlampen. De voorzijde had wat ons betreft iets minder anoniem gemogen. Maar wat betreft de achterkant zijn we wel tevreden, deze is strak gelijnd. Verder blijft het natuurlijk een kwestie van smaak. Het interieur is eigenzinnig. Die kwalificatie hoeft niet perse een negatieve connotatie bij zich te dragen. Met de functionaliteit zit het namelijk wel snor. Het is alleen even wegwijs worden voordat je alle functies precies weet te vinden. Kenmerkend is bijvoorbeeld het feit dat er alleen al vanaf het stuur 21 functies of commando’s kunnen worden uitgevoerd. Dankzij de luxe uitrusting van de Premium is vrijwel al het wensbare aanwezig.

Nuttig om te noemen is de adaptieve cruise controle, die voortaan ook bij Subaru leverbaar is. De stoelverwarming is op drie standen instelbaar. Verder is er nog een systeem aanwezig dat waarschuwt bij een naderende botsing en zelfs ingrijpt als dat nodig is. Bovendien heeft de Outback een lane keep assist, een systeem dat je waarschuwt bij het overschrijden van de wegbelijning. De achterklep is elektrisch verstelbaar. Achterin genieten de passagiers van veel hoofd- en beenruimte. Ook voorin is het goed toeven. De bezitter mag tevreden zijn met 559 liter aan bagage, genoeg voor een mini-verhuizing. Centraal staat natuurlijk de 2498cc grote boxermotor. Deze doet zijn werk naar behoren. Uiteraard er is de beschikking over vierwielaandrijving hetgeen zorgt voor een optimale grip onder elke omstandigheid. De motor levert 175pk en dat is eigenlijk wel voldoende. Het karakter van de auto is namelijk rustig, hij daagt niet uit tot een wedstrijdje. Dat wordt bevestigd door de acceleratietijd van nul tot honderd in 10,2 seconden en de topsnelheid van 198 kilometer per uur. Geen schokkende cijfers, maar gewoon prima voor alledaags gebruik.

Het verbruik is vastgesteld op 7 liter per honderd kilometer. Althans, dat is wat de fabriek aangeeft. Complimenten voor de eerlijkheid van het Japanse merk, want het daadwerkelijke testverbruik wijkt met 7,8 liter over honderd kilometer niet eens zover af van de theoretische werkelijkheid. Daarmee is het geen grootverbruiker. In combinatie met een brandstoftank van 64 liter is er een actieradius van pakweg 800 kilometer. Vooral bij het rijden van veelvuldig lange afstanden sta je dus niet zo vaak aan de pomp. De prijs is redelijk. Door een flinke verhoging van de aanschafprijs door het kabinet vanwege de relatief hoge CO2-uitstoot is de basisprijs voor een Outback vastgesteld op 39 mille. De testversie kwam daar nog een paar duizend euro bovenuit. Hij is er ook nog als diesel, die tweeliter levert 150pk en is er vanaf pakweg 47 duizend euro. De Japanner scoort dus vooral op techniek, fijne rijeigenschappen en bijna een verzekering van een behouden thuiskomst bij winterse omstandigheden. Dat laatste is heerlijk, vooral voor mensen die elk jaar op wintersport gaan. Zij zullen zich zeker nog een beter moeten verdiepen in de voordelen van een Outback.