Je ziet ze terug op plaatsen waar gewerkt wordt. De politie, de DKDB, de KNRM en arrestatiesteams, allen hebben ze één of meerdere Toyota Land Cruisers in hun wagenpark staan. Het robuuste werkpaard dient vaak voor het trekken van forse paardentrailers, voor het vervoeren van zware criminelen of voor boswachters die ruig terrein opzoeken. En bij dat alles staat de Toyota z’n mannetje. Door zijn forse afmetingen komt de auto indrukwekkend over. Hij laat de indruk achter dat er niet met hem te spotten valt. Logisch ook, dat de Verenigde Naties in oorlogsgebieden vooral in deze auto rondrijden. Het was de Toyota Land Cruiser waarin speciaal VN-gezant Ad Melkert – voorheen fractievoorzitter van de PVDA – een aanslag overleefde in Irak.

De robuustheid van het uiterlijk vertaalt zich naar het interieur. Het dashboard maakt een pompeuze indruk. Er is een wirwar aan knopjes waardoor je jezelf echt even wegwijs moet maken voordat je alle functies hebt gevonden. Op het stuurwiel vinden we naast de gebruikelijke bediening voor boordcomputer en audio ook de instelling voor de afstand tot de voorligger en het inschakelen van de achteruitrijcamera. Op het grote middenconsole vinden we een navigatiesysteem dat we kennen uit andere modellen van Toyota. Het straalt uit door zijn eenvoud en doeltreffendheid, zonder opsmuk. Iets lager op de middenconsole vinden we de bediening van luchtvoorziening. De grote knoppen stralen precies uit wat de rest van de auto ook doet: robuustheid. We noemden dit begrip al eerder, en het komt overal in terug. Misschien zou je verwachten dat de bestuurder van de Land Cruiser nog een ouderwetse sleutel nodig heeft, maar hier heeft de moderne vooruitgang ingegrepen, een start- en stopknop heeft het werk overgenomen.

Plaatsnemen op de grote leren zetels is heerlijk ontspannend. Door de hoge zit kijk je goed over het verkeer. Je zit in feite op dezelfde hoogte als een bestuurder van een bestelbusje. Wat verder opvalt is dat de ruimte achterin zeer goed voor elkaar is. Hetzelfde geldt voor de 621 liter grote bagageruimte, er kan genoeg mee. Aan boord vinden we een drieliter diesel met 190pk. Alleen op papier zouden we verwachten dat het een zescilinder is, maar de Land Cruiser moet het doen met vier. Een straf is dat echter allerminst, hooguit komen zes cilinders het motorgeluid ten goede. Met een koppel van 420nm is hij ronduit beresterk te noemen en lijkt geen klus te zwaar. Voor de volledigheid geven we nog wat specificaties; de sprint naar honderd duurt ruim 11 seconden en mocht je het willen, dan is 175 kilometer per uur mogelijk. Deze cijfers zijn echter vrijwel irrelevant voor deze Jap. De meeste bestuurders zullen ‘m immers in ruig terrein gebruiken, waarbij het vooral aankomt op terreincapaciteiten.

In het ruige terrein voelt de Land Cruiser zich in zijn natuurlijke habitat. Eigenlijk merk je dat al op de weg. Het stuurgedrag is wat zoekend en het onderstel is zeer vergevingsgezind. Aan alles merk je dat deze beer het liefst een groot bos of mul zand opzoekt. We hebben deze kans dan ook zeker niet laten liggen en hebben de gebaande wegen achter ons gelaten. In het terrein hoef je nooit bang te zijn dat de Toyota jou in de steek laat. Vrijwel geen enkele omstandigheid is te ruw of te onherbergzaam. Het verschil met een concurrent als de Land Rover Discovery wordt nu echt zichtbaar. Laatstgenoemde presteert op de weg duidelijk beter en zal in het terrein niet onder doen voor de Jap. Het is alleen zo dat de Land Cruiser het gevoel geeft dat een klein krasje hier en daar geen probleem is. Het is echt een werkpaard, daar waar de Brit naast werkpaard ook sierpaard is. En dat verschil is goed merkbaar in het terrein.

Qua prijs is de Land Cruiser er al vanaf 75 mille. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat een deel van dit bedrag al opgaat naar de staat, met een CO2-uitstoot van 213 gram per kilometer krijgt de Jap namelijk een stevige milieuboete. Aangekleed in dezelfde uitvoering die wij reden komt de prijs snel uit op een ton. Daarvoor heb je echter een vrijwel onverwoestbaar werkpaard, die weinig sier maakt op de weg, maar wel zijn uiterlijk waar maakt. En wat betreft werkpaarden kunnen we er daarvan in dit land nooit teveel hebben.