Japanse SUV’s zijn vaak wat eigenzinnig. Ze zijn dikwijls bijzonder gelijnd en zijn soms nog wat ongeciviliseerd. Bij de Honda CR-V is dat niet veel anders. Toegegeven, er is aan het uiterlijk een hoop verbeterd ten opzichte van het vorige model. De brede grille komt stoer over en de koplampen ogen actueel. Echter, de achterzijde is een stuk excentrieker en is naar mijn mening minder fraai. Al met al oogt de auto behoorlijk fors.

Het dashboard is vrij kaal en zakelijk. Het navigatiesysteem werkt, maar daar is het meeste wel mee gezegd. De functionaliteit van het systeem laat wel wat te wensen over, de wegaanduiding is soms wat onduidelijk. Je komt er in elk geval wel mee thuis. Ook de bediening van de cruise control is wat ondoorgrondelijk. De bediening van telefoon, audio en cruise control geschiedt allemaal via het stuurwiel zoals we dat wel in meer modellen kennen. Boven het navigatiesysteem bevindt zich een display waarop de boordcomputer en een klokje zijn weergegeven. De kleuren van dit scherm corresponderen niet met die van het navigatiesysteem, wat een rommelige indruk maakt.

Een fantastische uitvinding zijn de zogenaamde ‘magic seats’. Na het omhalen van een hendel klapt de gehele achterbank in elkaar en komt er een riante bagageruimte van 1669 liter beschikbaar. Zonder neergeklapte achterbank bedraagt deze 589 liter. De stoelen zitten goed, maar niet uitmuntend. Volwassenen van gemiddelde lengte kunnen prima aarden op de achterbank. Zet er echter geen drie op een rij, want dan krijgen ze ruzie. De breedte voldoet wel voor het plaatsen van drie kinderzitjes, wat meestal genoeg is voor een gemiddeld gezin. Het testmodel betrof geen zevenzitter, dus een wintersportreis met de vriendengroep zit er niet gelijk in. Daar moet echter wel bij gezegd worden dat de Jap optioneel is te leveren met vierwielaandrijving, waardoor elke sneeuwvlok kan worden weerstaan. In de voorwiel aangedreven testversie krijgen we echter weinig mee van z’n offroad aspiraties. De indruk die je krijgt bij het omdraaien van de contactsleutel is echter wel een tandje ruiger dan bij bijvoorbeeld een Opel Zafira.

Duidelijk merkbaar is dat Honda heeft gewerkt aan de motorisolatie. Desondanks is ‘ie bij een koude start nog wel even hoorbaar, maar al snel verdwijnt het geluid naar de achtergrond. Hetzelfde geldt voor het rijden, ook dan is de motorbrom niet hinderlijk aanwezig. De nieuwe dieselmotor is een stuk gekrompen, het downsizen is ook bij Honda ‘in’. Geen bijtellingsvoordelen voor deze 1.6 i-DTEC, want met een uitstoot van 119 gram CO2 per kilometer moet gewoon de volle mep worden bijgeteld. Het vermogen ligt op 120pk en dat is voor Nederlandse begrippen uiteraard voldoende. De CR-V is met 1500 kilo in elk geval niet obees. Het koppel bedraagt 300Nm. Voor de volledigheid vermelden we nog even de acceleratie en topsnelheid, deze bedragen respectievelijk 11,2 seconden en 182 kilometer per uur.

De vraag is of de techniek in deze Japanner nog een beetje zuinig is. Die vraag kan bevestigend worden beantwoordt. De fabrieksopgave belooft 4,5 liter over elke honderd kilometer, maar in de praktijk tel je er een litertje bij op. In het verleden heeft Honda altijd al wat op de achtergrond gepresteerd, maar wist toch altijd zijn positie te houden. Voor de CRV geldt hetzelfde, dit model is nu bijna duizend keer verkocht. En dat is toch een prestatie, die wellicht te danken valt aan het stoere uiterlijk en het prettig geveerde onderstel. Ook kan het komen door de geavanceerde vierwielaandrijvingstechniek, alhoewel deze in Nederland weinig gebruikt wordt. Hoe het dan ook zij, de Honda CRV is een aangename auto voor zakenmensen met een aantal kinderen, of de liefhebber van een hoge zit, al dan niet aangevuld met de veilige vierwielaandrijving.