De MINI Paceman is inmiddels alweer de zevende op rij uit de succesformule van MINI. Eigenlijk is het meer een 3-deurs Countryman met een daklijn die kenmerken heeft van de Range Rover Evoque. Op het eerste gezicht lijkt nieuwe Paceman wat overbodig. Toch blijkt ook dit model weer een verkoopsucces te worden. Alleen in de eerste vier maanden van 2013 zijn er alweer zo’n 35 exemplaren verkocht. Voor een wat ‘overbodig’ model is dat, zeker in crisistijd, niet onaardig. Zoals bij alle MINI modellen het geval is, biedt de Paceman drie versies van de 1.6 liter motor: 122 pk voor de Paceman Cooker, 184 pk voor de Cooper S en 211 pk voor de John Cooper Works. De prijslijst begint bij 29.695 euro, maar met wat opties erop zit je al gauw boven de 35 mille. Dat maakt de Paceman niet bepaald een koopje. Wij reden voor u de 122 pk sterke Cooper Paceman. De prijs van het testmodel is 37.821 euro.

Net als de Countryman is ook de Paceman voor een MINI weer een behoorlijk gevaarte. Toch ziet de Paceman er in werkelijkheid vooral dynamisch en hip uit. De scherp aflopende daklijn en horizontaal liggende achterlichten maken het geheel breder. Ook de uit het oog sprinengde neus is weer aanwezig en past ook nu weer goed aan bij het ontwerp. De stoere optionele Lichtmetalen 5-Star Double spoke wielen staan de Paceman goed, maar de meerprijs van 1.240 euro is fors.

Het interieur van Paceman is vrijwel identiek aan elke andere MINI. De materialen zijn van hoge kwaliteit en degelijk afgewerkt. Het knoppenfestijn is wat chaotisch, maar ziet er toch leuk uit. Ook de snelheidsmeter is met het formaat van een stationsklok niet echt praktisch en slecht afleesbaar. Toch is dat ook wel weer de charme wat je het echte MINI gevoel geeft en ook de reden waarom je een dergelijke auto aanschaft. De voorstoelen zitten comfortabel en zijn elektrische verstelbaar. De hoofdruimte achterin is voor een MINI acceptabel en ook de beenruimte is met een lange bestuurder  voor je nog dik in orde. De bagageruimte achterin is met 330 liter wel enigsinds beperkt. Een groot pluspunt van het interieur is de sfeerverlichting. Deze verlichting is zowel in sterkte als in kleur instelbaar en komt op diverse plaatsen terug in het interieur, bijvoorbeeld bij de centraalgeplaatste rails die van achterin de auto naar voren loopt. De foto’s aan de rechterkant geven een kleine indicatie hiervan. In werkelijkheid oogt deze verlichting vooral na schemering nog sfeervoller. Terugkomend op de rails, is ook dit onderdeel van het interieur zeer geslaagd. Op deze rails zijn bekerhouders en een verstelbare smartphone houder geplaatst. Naast uitstraling is dit ook nog eens praktisch.

Waar het interieur ons voornamelijk positief verraste, deed de 122 pk sterke krachtbron dat in negatieve zin. De motor is vrij tam en van vermogenstoename in hogere toeren is nauwelijks sprake. Voor een MINI is dit toch wel enigsinds teleurstellend. De cijfers spreken dan ook voorzich. De sprint van een 0-100 geschied in 10,4 en de top ligt op 192 km/h.  Gelukkig weet het uitlaatgeluid de rijbeleving met een enigsinds sportieve brom weer wat op te fleuren. De 184 pk sterke variant is ter vergelijking ruim drie seconde sneller en ondanks zijn meerprijs van ongeveer 5.000 euro zeker aan te raden. De Paceman consumeert volgens de fabriek 6,1 liter per 100 km.  Tijdens de testperiode kwamen wij uit op een aanzienlijk hoger verbruik van van 8,2 liter per 100 km, wat alsnog zeker niet onaardig is.

De wegligging en het stuurgedrag is een MINI-waardig. De Paceman ligt stevig op de weg en blijft op grote snelheid, ook in bochten ondanks zijn formaat zeer stabiel. Opvallend is dat bij het kantelen van het stuur er in eerste instantie een reactie grotendeels uitblijft. Vervolgens bij het verder kantelen van het stuur komt de reactie sterk terug en schiet de Paceman de gewenste hoek in. Dit is in eerste instantie wat wennen, maar geeft de Paceman zonder twijfel wel weer het echte MINI ‘go kart’ gevoel.