Toyota staat vaak vooraan als het gaat om nieuwe ontwikkelingen. Dat doen ze met de ontwikkeling van de waterstofauto, maar ook bij de productie van de hybride aandrijflijn. De eerste generatie Prius was een ware revolutie. Achteraf gezien dan, want in de begintijd was men vooral sceptisch over het model dat rond de eeuwwisseling is geïntroduceerd. Inmiddels is de Prius geheel onderdeel geworden van het straatbeeld. Na de kwakkelende verkoopcijfers van de eerste generatie bracht de tweede generatie een stuk meer succes. Een facelift volgde in 2006, en de derde generatie was van 2009 tot 2016 verkrijgbaar. Inmiddels zijn we aanbeland bij de vierde generatie Prius. Deze is zuiniger, stiller en schoner dan ooit, beweert Toyota. Met een gezonde dosis gereserveerdheid testen we de vierde generatie van de succesvolle Prius familie.

Net als zijn voorgangers is het ontwerp opnieuw erg uitgesproken. Met scherpe lijnen en vouwen is hij bijzonder opvallend. De voorzijde kan ons wel bekoren, de lampen geven het geheel een frisse indruk. Z’n achterste is een stuk rommeliger, en oogt behoorlijk futuristisch. Het blijft een kwestie van smaak, maar wat ons betreft had het net wat ingetogener gemogen. Minimalisme is het kernwoord van het interieur. Er zijn veel functies ondergebracht in een beperkt aantal knoppen, het dashboard ziet er mooi opgeruimd uit. De Prius zit bomvol gepropt met opties. Er is een systeem aan boord dat de auto binnen de lijntjes houdt, afstand houdt tot de voorganger en automatisch het grootlicht inregelt. De gebruikte materialen zijn prima, alhoewel er ook een aantal harde plastics is. Het kleine pookje van de automaat is blauw en steekt frivool af tegen het met zwarte en witte materialen gemengde interieur.

Er zijn genoeg vakjes aanwezig om spullen in op te bergen. In de middenconsole is er de mogelijkheid om je smartphone draadloos op te laden. Helaas is deze functie nog niet geschikt voor de nieuwste generatie iPhones, anders hadden we ‘m graag geprobeerd. De Toyota blijkt overigens ook een erg praktische auto, omdat er zowel voorin als op de (verwarmbare) achterbank voldoende ruimte is. In het bagageruim kan er genoeg mee om met vier volwassenen op pad te gaan. Een druk op de startknop zorgt ervoor dat we een groen lampje met ‘ready’ zien oplichten. De boodschap is duidelijk, we kunnen van start. Wanneer de accu voldoende is opgeladen, kan je elektrisch rijden, ongeveer twee kilometer. Dat lukt trouwens nauwelijks boven de 60 kilometer per uur. Aan boord valt op dat het erg stil is, ook op hogere snelheden. Bij het vloeren van het gaspedaal klinkt alleen de rumoerige CVT-automaat, maar ook hier is aan de isolatie gewerkt.

Van het rijgedrag kunnen we maar moeilijk een glimlach op ons gezicht toveren. Dat is behoorlijk neutraal en absoluut niet uitgesproken. Het sturen gaat vrij indirect. De vering en demping van de bodemgroep is wel dik in orde. Waar we echter onmiddellijk vrolijk van gaan kijken, is het verbruik. De claim van Toyota dat dit de zuinigste benzinemotor is – met uitzondering van de plug-in-hybrides – klopt helemaal. We scoren een verbruik van 4 liter op honderd kilometer, en dat is extreem netjes voor een op benzine aangedreven auto. De aanschafprijs is ook erg netjes, voor 35 mille zit de Prius tjokvol veiligheidssystemen en luxe. Tel daarbij de lage gebruikerskosten op, en je hebt eigenlijk de meest verstandige keuze al gevonden.