Het is moeilijk overzicht te houden in het gigantische modellenaanbod van het Duitse merk Mercedes. Eigenlijk geldt dit ook wel voor zijn belangrijkste twee concurrenten van eigen bodem, maar het merk uit Stuttgart spant wat dit betreft de kroon. Het gamma is ontzettend uitgedijd. Wij rijden deze keer in de Mercedes-Benz GLC250. De instapbenzinemotor, want er is nog veel meer mogelijk. Voor de Nederlandse markt zal dit echter de meest voorkomende variant zijn en daarom hebben we voor dit model gekozen. Liefhebbers van zescilinders moeten we teleurstellen, want het gaat hier om een vierpitter. Maar niet getreurd, want met een vermogen van 211pk moet er genoeg leuks te beleven zijn.

Het is best bijzonder dat de GLC250 het instapmodel is als het gaat om benzinerijden. Immers, hij is gebaseerd op een C-klasse en daar vinden we ook een 180 en 200 versie in terug. In de GLC is dit echter niet het geval. Dieselen kan in twee smaken, een 220d en een 250d. Benzinemotoren zijn er in de vorm van een 250, 350e en een 43 AMG, de pretversie. De 350e heeft met 320pk slechts 5,9 seconden nodig om de honderd kilometer per uur aan te tikken terwijl maximaal 235 kilometer per uur mogelijk is. Nog gekker is het in de GLC43AMG, want daar zorgen 367 paardenkracht ervoor dat 4,9 seconden het getal is waarmee je pronkt op verjaardagen en partijtjes. Daarbij moet dan wel vermeld worden dat de begrenzing zoals gebruikelijk is vastgesteld op 250 kilometer per uur. Een stuk verstandiger gaat het er aan toe in de dieselvarianten.

De 220d is de meest bescheiden versie van het stel. Hij moet het doen met 170pk waarmee uiteindelijk nog wel in 8,3 seconden de 100 wordt bereikt. De topsnelheid is 210 kilometer per uur. Met 218pk is de 250d net wat sneller, want daar doe je 7,6 seconden over de bekende sprint van nul naar honderd en is bij het getal 222 het feest voorbij. Terug naar de GLC250, waarbij de topsnelheid hetzelfde is, maar de sprint duurt 0,3 seconden korter. Best nette cijfers dus. Ook heel bijzonder is dat de GLC uitsluitend met vierwielaandrijving is te krijgen. Dat zie je nog maar heel zelden in autoland, laat staan bij Mercedes-Benz. Voorheen was dit uitsluitend het geval bij een enkel Aziatisch merk of in het allerduurste segment.

De GLC250 is een nette verschijning. We kregen ‘m mee in grijstint, waardoor het bescheiden element wordt vergroot. Binnenin is de weelde wel overdadig. De opties zijn rijkelijk aangevinkt waardoor er weinig wordt gemist. Als we iets moeten noemen dat we missen, dan is het adaptieve cruise controle. Uiteraard is dit leverbaar tegen meerprijs. De Benz heeft een prachtig geluidssysteem, een elektrisch bedienbare achterklep en stoelverwarming. Het rijden gaat met veel souplesse, de motor pakt goed op. Dankzij de negen (!) versnellingen van de automaat zit je altijd wel in een andere versnelling, maar hinderlijk is het niet. Je draait weinig toeren op de snelweg wat het omgevingsgeluid beperkt. Echt sportief rijden is lastig, maar dankzij de vierwielaandrijving kan je wel hard door een bocht. Het onderstel is goed uitgebalanceerd en optioneel adaptief instelbaar. Wij kunnen ons wel vermaken in de GLC. Het is nog even wachten op de wat minder potente motoren, vanaf dan kan er echt volume worden gedraaid. Want dat is uiteindelijk waar ze in Stuttgart op hopen. De prijs van het testmodel ligt op 70 mille, voor 55 duizend euro is de instapversie verkrijgbaar.