Suzuki bracht het afgelopen jaar ongeveer 12.500 exemplaren aan de man. De Splash vervulde in dat succes een belangrijke rol, met mei als beste maand. Toen verkocht Suzuki bijna zevenhonderd exemplaren van de Splash. Rond die tijd werd de gefacelifte Splash gelanceerd. Voor ons een reden om de Splash voor een langere tijd te volgen.

De aanpassingen van het uiterlijk beperken zich tot details. De achterzijde is iets stoerder aangezet, maar een hip karretje wordt het er niet van. Het geheel oogt vooral netjes en degelijk. Als je een blik naar binnen werpt, geldt daarvoor hetzelfde. Het dashboard is verouderd, maar ergonomisch goed opgezet. De gebruikte materialen zijn voornamelijk plastic, maar in deze prijscategorie mag je ook niet heel veel meer verwachten. De bediening van audio is aanwezig op het stuurwiel en daarnaast is er een Garmin navigatiesysteem bijgeleverd. Je hoeft niet op een houtje te bijten, naast deze opties is ook stoelverwarming, airco, elektrische ramen en elektrische en verwarmbare spiegels aanwezig.

Het ruimtelijke aspect staat centraal bij de Japanner. De instap gaat gemakkelijk en dankzij een relatieve hoge zit heb je goed uitzicht op het verkeer. De hoogte van de Splash is 1,59 meter en die ruimte komt ten goede voor zowel bestuuder als passagiers. Met 178 liter is de bagageruimte ronduit klein. Maar niet getreurd, want wanneer je de achterbank omklapt is er alsnog 1050 liter beschikbaar. Mocht je veel spullen in de hand hebben, dan biedt de Splash uitkomst. Dankzij keyless entry heb je geen sleutel meer nodig om de deuren te openen en te sluiten. Dit gaat middels het indrukken van een zwart knopje op de handgreep. Ideaal wanneer je geen handen vrij hebt.

De Splash is leverbaar vanaf tienduizend euro en de versie die wij rijden kost 13 duizend. Daarvoor is alle genoemde luxe aanwezig en ontbreken er maar weinig zaken. De Japanner is leverbaar met een driecilindermotor die 68pk levert en een viercilinder met een tiental pk’s meer. Wij rijden met de eerste variant. In deze tijden van veel vermogen lijkt dat afzien, maar dat valt best mee. Zolang je geen haast hebt is het goed te doen. Wanneer de weersomstandigheden echter tegenzitten (zoals harde tegenwind), is het een stuk beter te merken dat je maar weinig vermogen hebt. Op de snelweg gaat de Splash dan niet harder dan 120 kilometer per uur.

Door het af en toe flink aanspreken van de motor loopt verbruik uiteraard op. De fabriek geeft een verbruik van 4,6 liter over honderd kilometer op, terwijl het praktijkverbruik op ongeveer 6,3 liter benzine over dezelfde afstand uitkomt. De vijfbak schakelt strak en soepel. De driecilinder roffel blijft redelijk achterwege, boven de 80 kilometer per uur neemt het geluid van de motor toe en ook het omgevingsgeluid dringt dan steeds dieper tot het interieur door. Het geluidsniveau blijft echter binnen de perken. Het onderstel is redelijk soepel, maar bij korte drempels behoorlijk stuiterig. De stuurgedrag is voorspelbaar en verdient daardoor het stempel ‘prima’.

De Suzuki Splash valt op door zijn ruimteaanbod en bescheiden prijs. In vergelijking met de Suzuki Alto heb je een stuk meer ruimte en een volwassener auto. Het dashboard is ietwat verouderd, maar voor een geringe prijs krijg je een hoop luxe mee. Ondanks de lagere prijs vinden wij de driecilinder net wat onder de maat presteren. Daarom raden we de viercilinder aan. In de exclusieve uitvoering krijg je daarbij genoeg luxe. Het rijgedrag is zoals gezegd een stuk volwassener dan de Suzuki Alto, en dat komt ten goede voor het comfort op lange afstanden. Cruise controle is een optie, voor langere afstandsrijders een aanrader. Al met al heeft Suzuki met de Splash een goede troef in handen: veel ruimte voor weinig geld.