Rijden gaat redelijk anoniem in de 2 serie Active Tourer. Een enkele passant kijkt belangstellend en weet het model niet gelijk te plaatsen. Een blik naar de achterkant laat er echter geen twijfel over bestaan, dit is duidelijk een gezinswagen. Het chromen uitlaatpijpje doet nog enige hoop bieden op sportiviteit, en dat is in de gereden motorisering niet geheel onjuist. De lijnen van de jongste telg uit de familie zijn best fraai en geven allerminst een duffe indruk. Dat gevoel kom je ook tegen in het interieur. Het dashboard wijkt weinig af van andere familieleden en is voor BMW-rijders een feest der herkenning. De i-drive knop ontbreekt hierin natuurlijk niet, hetzelfde geldt voor het grote display van het infotainmentsysteem. We reden de meest luxe uitvoering, de High Executive, aangevuld met een aantal opties. Daardoor ontbreekt het je aan bijna niets. De enige optie waar het volgens ons aan ontbeert is de adaptieve cruise control.
Het belangrijkste aspect van de BMW 2 serie Active Tourer is ons inziens de praktische bruikbaarheid. Allereerst kijken we naar de zitpositie. Deze is standaard al lekker hoog, maar helaas is het niet mogelijk om de stoel een stuk lager te zetten tijdens een wat luiere rit. Je zit immer hoog op de bok, wat het uitzicht op het verkeer voor je wel weer bevorderd. Persoonlijk had ik de stoel echter een stukje lager gezet. De stoelen zitten goed en zijn in horizontale richting uitschuifbaar. Voor rijders van het merk een welbekende optie, ideaal voor personen met lange benen. Ruimte op de achterbank is vergelijkbaar met concurrenten en de bagageruimte is met 468 liter net wat kleiner dan de 486 liter metende bagageruimte van de Mercedes B-klasse. In de testauto is de optie ‘automatische achterklep’ aangekruist, waardoor je erg gemakkelijk de spullen in- en uitlaad. Bovendien is de toegang tot de kofferruimte goed in orde.
Motorisch hebben we gekozen voor de 218d, die met 20 procent bijtelling voor de Nederlandse markt wellicht wel het meest interessant is. De motor levert 150pk en een forse 330nm aan koppel. Zoals we van BMW gewend zijn is het ze gelukt om de auto behoorlijk snel te maken. Een sprint naar honderd duurt namelijk maar 8,9 seconden, een nette score. Uiteindelijk kan het eerste getal van de drie cijfers op je snelheidsmeter zelfs nog veranderen in een ‘2’, de topsnelheid bedraagt namelijk 205 kilometer per uur. Volgens de fabrieksopgave stoot de auto 109 gram CO2 per kilometer uit en is het gemiddelde verbruik op papier 4,1 liter per honderd kilometer. In de praktijk wordt daar niet heel van afgeweken, reken op 1 liter diesel per 20 á 21 kilometer. Het rijgedrag is dusdanig gecreëerd dat we veel gelijkenissen treffen met andere BMW’s. Het rijden gaat met gevoel, het stuurgedrag is scherp en er zijn drie rijmodi in te stellen: eco pro, comfort en sport. Nadeeltje is dat de modus bij opnieuw opstarten telkens weer in comfort komt te staan.
Vergelijkbaar met de Mercedes B200 CDI is de BMW 218d Active Tourer net een tikkeltje voordeliger. De prijs van het testmodel komt inclusief opties uiteindelijk op een forse 46 mille, maar dan heb je ook alles. Wil je liever een basic-uitrusting, dan volstaat het meebrengen van een kleine dertigduizend euro voor de meest bescheiden benzinevariant met weinig opties. De BMW 218d is dynamischer, vlotter en naar onze mening net wat mooier dan de B-klasse. Zelf vergelijkt BMW zijn nieuwste model met de Volkswagen Sportsvan, maar deze is een kleine tien mille goedkoper, en dat zie je duidelijk terug in de afwerking en het rijgedrag. Bovendien is de vergelijkbare motorvariant niet beschikbaar met twintig procent bijtelling. BMW heeft met de 2 serie Active Tourer een gewaagde stap gedaan. Deze stap is echter een slimme, want er zal geen BMW-rijder hierdoor een afkeer krijgen van het merk, terwijl ze een nieuwe markt aanboren. We zijn erg benieuwd hoeveel we ‘m op de Nederlandse wegen terug gaan zien.
