Je hebt groot, groter en grootst. In die laatste categorie plaatsen we de BMW X7. De buitencategorie, zouden we die willen noemen. Alleen de Mercedes GL-klasse en Range Rover komen in de buurt van de afmetingen van dit enorme slagschip. Het is dan ook een model dat vooral bedoeld is voor de Amerikaanse markt, en minder voor de Europese. In Nederland zijn er desondanks al inmiddels enkele honderden van verkocht, meer dan in eerste instantie door critici werd verwacht. Erg mooi vinden wij de X7 niet, maar dat is een kwestie van smaak. Kopers zullen vooral de enorme ruimte en de machtige uitstraling waarderen. De nieren van de grille zijn zo groot dat je er bijna in kunt verdwijnen. Voor de volledigheid noemen we hier even de lengte, breedte en hoogte op. Om met die eerste te beginnen, de meeste parkeerplaatsen zijn te klein om fatsoenlijk te parkeren. De lengte bedraagt 5,15 meter. Met de breedte van 2 meter zul je in krappe straatjes regelmatig angstzweet hebben, maar bestelbusjes zijn natuurlijk soms nog een stuk groter. De hoogte is met 1,80 meter nog de kleinste lengtemaat, maar opgeteld staat er gewoon een enorme bolide.
In tegenstelling tot de meeste andere SUV’s kunnen zes volwassenen prima zitten in de auto uit München. Ook de derde zitrij is voor volwassenen goed toegankelijk en zowel qua hoofdruimte als beenruimte is het geen straf om daar te zitten. Zowel de derde als de tweede rij heeft twee individuele stoelen die optioneel elektrisch verstelbaar zijn. Op de middelste rij prijken daarnaast twee schermen waarmee entertainment kan worden gestart. Heel bijzonder en nooit eerder gezien: op alle zes zitplaatsen is de zetel te verwarmen. Ook zijn er maar liefst 3 dakramen aanwezig, waarbij de voorste twee aan elkaar zijn geschakeld. Alles in deze auto ademt plus ultra. Het is geen enkel probleem om met zes volwassenen op wintersport te gaan (mocht het virus deze omstandigheden toelaten). De bagageruimte meet met alle stoelen rechtop alsnog 750 liter. Optioneel is dit zelfs te vergroten tot 2120 liter. Enorm!
Onder de motorkap ligt een drieliter dieselmotor, zes in lijn. 400pk en 760Nm staat tot je beschikking. Wat heerlijk dat dit nog kan in deze tijden. Maar let wel, mogelijk is het toch de laatste der Mohikanen. De Beier is allesbehalve traag. In 5,4 seconden weet de bijna 2500 kilo wegende kolos naar de huidige maximumsnelheid op autosnelwegen te sprinten. Het begrensde feest stopt pas bij 250 kilometer per uur. Desondanks is de fabrieksopgave nog redelijk gunstig, want 1 op 14 is geen rare score. Ook merken we dat in de praktijk. Het is opvallend hoe efficiënt deze motor met die gewicht en de afmetingen van de koets omspringt met de brandstof. In praktijk noteren we ongeveer 1 liter diesel per 12 kilometer, maar dat is alsnog heel erg netjes. Het onderstel is uitermate comfortabel. Met een slagschip als deze zou je verwachten dat het stuurgedrag nogal zompig is, maar dat valt alleszins mee. Je kunt goed een bocht insturen, alhoewel het nooit sportief wordt. Kopers verwachten dat ook niet van dit model. Helemaal luxe uitgevoerd en met een forse CO2-boete kost de BMW X7 185 duizend euro. Dat is even slikken. Maar toch, ga je voor een iets minder luxe aangeklede X7, dan is 150k een hele investering, je krijgt er ook enorm veel auto voor terug. Logisch dan ook, dat er al enkele honderden van zijn verkocht. Een schot in de roos.
