De Fiat Panda is een grote concurrent van de Suzuki Splash. De Fiat heeft een voorsprong als het gaat om design, actualiteit en motortechniek, maar beide modellen ontlopen elkaar nauwelijks qua prijs. Bovendien heeft de Suzuki Splash net iets meer hoofd- en beenruimte op de achterbank, best belangrijk in deze klasse, omdat de gemiddelde koper in dit segment vaak gaat voor het grote ruimteaanbod in combinatie met de lage prijs. Op het eerste gezicht zijn de auto’s aan elkaar gewaagd. We hebben beide op tal van terreinen vergeleken.

Ondanks de recente facelift maakt de Suzuki Splash geen overdreven hippe indruk. De simpele lijnen laten weinig tot de verbeelding over en het geheel oogt recht toe, recht aan. De Panda is wat frivoler, met chromen accenten en ten opzichte van het voorgaande model is er een heleboel veranderd. Het recente uiterlijk straalt een verfrissende blik uit. Binnenin de Panda is er erg veel verbeterd. De materialen ogen beter, en ondanks de voornamelijk harde materialen maken deze geen goedkope indruk. Overal komen vierkante vormen voor, de radio, de bedieningsknoppen, het stuurwiel en zelfs het logo op het stuurwiel. Allemaal hebben ze dezelfde vierkante vorm. Dat geeft de Panda een grappige indruk. Een stuk soberder is het in de Splash. Hier geen vrolijke vormen en een leuk design, maar net als het uiterlijk gaat het hier vooral om functionaliteit. Het dashboard oogt wat verouderd en deed voorheen dienst in de vorige generatie Swift. Desalniettemin werkt het ergonomisch gezien allemaal wel wat beter dan in de Panda.

Qua beenruimte en bagageruimte is het tweetal aan elkaar gewaagd. Beide hebben een relatief hoge instap en daardoor een net wat hoger dan gemiddelde zit. Dat komt ten goede voor het overzicht op het verkeer. Beide auto’s zijn voor het segment waarin ze opereren luxe te noemen, de Splash onderscheid zich door stoelverwarming en een mooi Garmin navigatiesysteem, terwijl de Panda een automatische klimaatregeling en ingebouwde bluetooth heeft. Alle extra luxe kost natuurlijk wel wat, maar veel is het niet. Dankzij het lederen stuurwiel voelt de Panda verrassend volwassen aan en doet niets meer herinneren aan de vorige versie.

Op motorisch gebied zijn de verschillen tussen het duo een twintigtal pk’s en een cilinder. De Italiaan heeft met een vermogen van 85pk een kleine voorsprong op papier, maar de tweecilinder motor is 100cc kleiner dan die van de Splash. Deze heeft een driecilinder aan boord met een vermogen van 68pk. Terwijl de Italiaan over een automaat beschikt, moet je in de Koreaan zelf schakelen. Gelijk valt op dat de Koreaan een stuk minder pit heeft. Het rijden gaat prima, maar je moet geen haast hebben. Daarvoor komt de motor simpelweg kracht tekort. De Panda doet beter z’n best en komt heel aardig met het verkeer mee. Jammer van de automatische transmissie duallogic, want deze bak schakelt langzaam en de pauzes tussen de versnellingen duren lang. Dat is jammer voor het potentieel van de Italiaan. Bij het overschakelen heb je het gevoel een flink stuk naar voren te worden geduwd.

Het verschil tussen de Italiaan en Koreaan is grotendeels uit te drukken in karakter. De Splash is bescheiden en doet zijn werk zonder al te veel rumoer te maken. Hij probeert eraan te trekken, maar komt niet erg mee. Het interieur is best basic, maar tegelijkertijd zijn er een paar luxe opties mogelijk. Bovendien staat Suzuki bekend om het betrouwbare karakter. Wanneer er echter meer temperament wordt gewenst, is de Panda een betere keuze. Het motorgeluid is zeer nadrukkelijk aanwezig bij accelereren, het stuurgedrag is verrassend goed en ook het interieur oogt hip. Je hebt het idee in een leuk vormgegeven auto te zitten en krijgt soms zelfs wat aandacht van medeweggebruikers. Tenzij je echt niet zelf wil schakelen is de automatische transmissie af te raden. Prijstechnisch zijn ze vergelijkbaar, het is vooral een generatiekloof dat de wagens onderscheid. Ook is het een kwestie van karakter. Wellicht zal een rustiger type eerder kiezen voor de Splash, terwijl een hip jong gezin voor de Panda gaat. Beiden beginnen om en nabij de tienduizend euro.