Zeg Lexus en je zegt kwaliteit in combinatie met luxe. Dat is alleen al af te leiden aan het feit dat elke auto bij het verlaten van de productieband via een testbaan op verschillende manieren uitgebreid wordt getest. Twintig jaar geleden leek het voor het merk een onmogelijke opgave om de Duitse drie te trotseren. Inmiddels is dat doel al een stuk dichterbij gekomen en heeft het Japanse merk echt een eigen gezicht gekregen. De neus van de familieleden lijken sterk op elkaar en karakteriseren zich door scherp getekende lijnen en vouwen. Die nieuwe designlijn komt wat ons betreft het meest tot recht in de onlangs gepresenteerde Lexus NX. Maar nu terug naar de IS.

Dat de typeaanduiding IS inmiddels een andere connotatie heeft gekregen zal de meeste kopers maar weinig deren. Deze auto schaf je immers aan vanwege het betrouwbare imago, de goede bouwkwaliteit en luxe. Inmiddels heeft Lexus zes verschillende modellen gepresenteerd en de zevende komt eraan. Op dit moment is in het segment van de compacte middenklassers de CT leverbaar, in het luxe D-segment vinden we de IS, terwijl het merk zich in het E- en F-segment  vertegenwoordigd door respectievelijk de Lexus GS en LS. Met de Lexus IS richten ze zich vooral op concurrenten als de Audi A4, BMW 3-serie en Mercedes C-klasse. Een behoorlijke opgave, omdat de Duitse drie over het algemeen behoorlijk geroemd zijn.

De Lexus is uitsluitend leverbaar met een benzinemotor gekoppeld aan een elektromotor. Samen leveren ze 223pk en dat is ruim voldoende. Met dit vermogen sprint de IS in 8,4 seconden naar honderd en is de top begrensd op 200 kilometer per uur. Tijdens het rijden valt op dat je altijd wel voldoende reserve hebt. Het is niet perse nodig om het gaspedaal te vloeren om stevig te accelereren. Doe je dat wel, dan sprint de Jap ervandoor. Aan boord bevindt zich een CVT-transmissie, dat door sommigen bejubeld en door sommigen bekritiseerd is. Het belangrijkste argument van autojournalisten is dat het geloei bij volledig accelereren ontzettend vervelend is. Toegegeven, het geluid correspondeert niet met de daadwerkelijke prestaties in een doorsnee Prius. Bij de IS300h is dat echter anders. Doordat je voldoende vermogen hebt komt het geluid opeens wel met de acceleratie overeen.

Het weggedrag van de IS is ronduit comfortabel te noemen. Daarbij wordt het onderstel nimmer week, maar vooral drempels en oneffenheden worden heerlijk weggewerkt. Ook op hoge snelheden en lange afstanden is maar weinig van een slecht wegdek te merken. Tevens valt de voortreffelijke isolatie bij een hoge snelheid op. Het is bij 160 kilometer per uur geen enkel probleem om half fluisterend een conversaties met de medereizigers te voeren. Dankzij het lage zwaartepunt kan je prima een potje sportief sturen in de IS. Tijdens het rijden sluit de verbrandingsmotor naadloos aan bij de elektromotor. Anders dan bij een Mercedes E300 BlueTEC Hybrid verloopt dit vlekkeloos. Dat brengt ons bij de vraag of de Lexus kan concurreren met zijn Duitse tegenstrevers. Het antwoord daarop is bevestigend, alhoewel een hybride aandrijflijn nog steeds niet helemaal gemeengoed is bij de consument. Om z’n prestaties en kwaliteiten hoef je de Lexus wat ons betreft in elk geval niet te laten staan. De prijzen beginnen bij 37 mille en de geteste versie kwam net iets boven de vijftigduizend euro uit. Daarvoor heb je echter ook daadwerkelijke alle denkbare luxe.